Als het gezond verstand overheerst bij de Britten, blijft Groot-Brittannië in de Europese Unie. De daling van het Britse pond kan dus best tijdelijk van aard zijn, signaleert Ron van der Does.
De Britse premier David Cameron mag zijn wensen door de Europese Unie ingewilligd zien, een Brexit is hiermee nog niet afgewend. Op 23 juni mogen de Britten hun stem uitbrengen over de vraag of zij al dan niet een ontkoppeling van Brussel wensen. Dit zal de gemoederen de komende vier maanden bezighouden en de bewegelijkheid van het Britse pond beïnvloeden.
Twee dagen vergaderen met de overige 27 lidstaten van de Europese Unie waren er voor nodig om David Cameron een basis te geven waarmee hij het Britse volk aan zijn zijde hoopt te krijgen. De conservatieve premier zal zich realiseren dat een overwinning van het nee-kamp bij het referendum zijn positie in gevaar zal brengen.
Met het toegeven aan Cameron’s wensen heeft Groot-Brittannië een uitzonderingspositie verworven. Dit brengt de eenheid binnen de unie op een grotere afstand. Tegelijk is de verdeeldheid binnen Cameron’s conservatieve partij ook toegenomen, wat het beste tot uiting kwam toen partijgenoot Boris Johnson, burgemeester van Londen, afgelopen zondag besloot campagne te voeren voor een vertrek uit de Europese Unie.
Onzekerheid
Het Britse pond reageerde afgelopen vrijdag in het eerste uur na de overeenkomst van Cameron met de andere EU-landen nog positief, maar de euforie was al snel over en bij de opening van de valutamarkten deze week werd het pond massaal van de hand gedaan. De daling was het grootst tegenover de Australische dollar en de Japanse yen maar ook tegenover de Amerikaanse dollar en de euro verloor de munt aan waarde.
Een goede indicator die de verwachte beweeglijkheid van een valutapaar aangeeft, is de zogenoemde Implied Volatility (IV), een belangrijke component bij het berekenen van optieprijzen. Deze indicator, uitgedrukt in een percentage, liet maandag een explosieve stijging zien voor het valutapaar Brits Pond/US Dollar, ook wel cable genoemd.
De driemaands IV steeg naar een niveau van 11,4 procent waar deze normaal gesproken ver onder de 10 procent noteert. Dit zegt iets over de verwachte beweeglijkheid van het pond in de komende maanden, een verschijnsel dat ook werd gezien tijdens het Schotse referendum in 2014, alsmede de Britse verkiezingsstrijd in 2015.
Een voor de hand liggende beweging, zo beweren vele valutastrategen, aangezien de komende vier maanden een volatiele markt wordt verwacht met tegenstrijdige peilingen. En onzekerheid, daar houdt de markt niet van. Dus deed men de Britse munt snel van de hand.
Op zich is daar iets voor te zeggen, maar als we de horizon iets verbreden dan is een verdere daling nog niet zo vanzelfsprekend.
Gezond verstand
In de eerste plaats verwacht men dat de Engelse uitdrukking “common sense” ook ten aanzien van het referendum van toepassing zal zijn, daar de Britten zich terdege realiseren dat een afzondering van de Europese Unie de natie verder in een isolement zal brengen.
Ten tweede wijzen de huidige indicatoren op een onoverbrugbaar verschil tussen het 'in'- en 'out'-kamp in het voordeel van de groep die ervoor kiest in de EU te blijven.
Alhoewel het zwevende deel van de kiezers op dit moment nog zo’n 20 procent bedraagt, is de verwachting dat het grootste deel van deze groep uiteindelijk voor een lidmaatschap van de EU kiest.
Wel is de timing van het referendum precair. Cameron heeft ervoor gekozen het referendum voor de zomervakantie te houden, zodat de meeste Britten nog thuis zijn. Maar de aanhoudende instroom van migranten doet Britten twijfelen of regels die vanuit Brussel worden opgelegd wel zo wenselijk zijn. Dit kan in het nadeel van Cameron zijn.
Handelsbetrekkingen
Aan de andere kant profiteren de Britten momenteel van goede handelsbetrekkingen met het Europese vasteland en dat wil men graag zo houden. Bij een vertrek uit de EU zouden gemaakte handelsafspraken weleens in het geding kunnen komen, met alle gevolgen van dien.
Onderstaand overzicht geeft de IG Brexit vote in/out weer, waarbij deze momenteel in een 65/35 verhouding bevindt in het voordeel van de kiezers die voor de EU zijn.
(klik voor vergroting)
Een extra reden om het pond een verdere daling te besparen is het feit dat de Britse economische indicatoren niet bijzonder zwak zijn. Weliswaar heeft de gouverneur van de Bank of England Mark Carney vorige maand nog aangegeven dat dit niet het moment is voor een renteverhoging, de algemene verwachting is dat de volgende rente-aanpassing omhoog zal zijn.
In het Verenigd Koninkrijk is de inflatie met 0,3 procent op jaarbasis (januari) weliswaar nog ver onder de doelstelling van 2 procent, de verwachtingen zijn dat deze in een hoger tempo zal groeien dan in Europa.
Herstel Britse pond
Als wij ervan uitgaan dat de Britten in de Europese Unie blijven, betekent dit dat het huidige niveau van het Britse pond aantrekkelijk is om in te stappen om op langere termijn te kunnen profiteren van een outperformance van de Britse munt ten opzichte van de euro.
Zelfs in het onwaarschijnlijke geval van een Brexit is het nog maar de vraag of het Britse pond zal verzwakken tegenover de euro, daar de Europese Unie dan een belangrijke handelspartner verliest en er de vraag zal ontstaan welke landen het voorbeeld van Groot-Brittannië gaan volgen.
Dit zal ogenblikkelijk de onzekerheid van het voortbestaan van de Europese Unie als geheel doen aanwakkeren. Nu is de Europese Unie nog geen eurozone, maar een vergelijking is in die context eenvoudig gemaakt.
Ron van der Does is valuta-expert en marktanalist bij IG Nederland. Deze column bevat geen aanbeveling of een advies tot het doen van transacties voor welk financieel instrument dan ook. IG aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid voor handelingen die worden gedaan naar aanleiding van deze analyse en is ook niet verantwoordelijk voor de consequenties.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl